Afgelopen week was ik weer eens in mijn geliefde Ravensbosch in de omgeving van Valkenburg en wilde mijn reeënvriendjes aldaar weer eens begroeten.
Misschien kent u dit bos, een kleine 80 ha, het oudste hellingbos in de lage landen en zoals de naamgeving al doet vermoeden, ooit bewoond door raven.
Ook vinden wij er de grootste dassenburcht van Nederland die helaas de laatste jaren sterk is achteruit gegaan en vinden wij er vossen, reeën en een sterke populatie van de groene specht.
De grote vrind was er klaar voor en de camera was opgeladen, onze zoektocht kon beginnen.
Meestal volg ik de wildwissels die mij door het hele bos leiden en als we ons stil verplaatsen kom ik tegen wat ik zoek.
De wissels waren goed belopen en ook een paar slaapplaatsen hadden we ontdekt, wat goed is voor de neus van de grote vrind.
Zeker moment gaf de grote vrind aan dat we iets naderden, dan worden we stil en prepareren de camera,we oefenen geduld.
Het bos is al onrustig door de jacht, de reeën zijn opgejaagd en nerveus en ook kennen ze mijn geur niet meer.
Geen vreemde geluiden, alleen de muziek van het bos en de spanning wat we voor de lens gaan krijgen en hoe.
De grote vrind hield vol…daar is iets, ik kan het ruiken.
Ik herkende de plek, was er eerder geweest, wat zou het zijn? een kits, ander wild of een kadaver?
Het duurde te lang, ik besloot de open plek in te stappen, en had graag mijn eigen gezicht willen zien op dat moment.
Ik bedoel: vinden doen we altijd wel iets, maar soms zijn het vreemde vondsten die we tegenkomen in het bos……..